dinsdag 26 september 2017

OZ1: Opzet Theoretisch Kader

Van Probleemanalyse naar Theoretisch kader


Vorige week ben ik de bijeenkomst geëindigd met de onderstaande probleembeschrijving:

"Omdat leeropvattingen van leerkrachten een van de elementen van een collectieve leercultuur is richt dit onderzoek zich op het achterhalen van de leeropvattingen bij de leerkrachten met betrekking tot collectieve leercultuur en heeft het als doel inzicht te krijgen welke leeropvattingen de leerkrachten hanteren"

De volgende fase is nu om vanuit deze probleemstelling een theoretisch kader te gaan beschrijven  waarin wordt beschreven wat er op basis van ander onderzoek bekend is over de kernbegrippen van het probleem. Gedurende het zoeken naar relevante, betrouwbare en wetenschappelijke bronnen bronnen kwam ik er achter dat ik mijn probleembeschrijving wil aanpassen, aanvullen. Mijn nieuwe probleembeschrijving is de volgende geworden:

"Omdat leeropvattingen van leerkrachten en de leeromgeving van de school elementen van een collectieve leercultuur zijn richt dit onderzoek zich op het achterhalen van de leeropvattingen bij de leerkrachten met betrekking tot collectieve leercultuur en heeft het als doel inzicht te krijgen welke leeropvattingen de leerkrachten hanteren en hoe zij hun huidige leeromgeving binnen de school ervaren."

Ik werd geprikkeld door het onderstaande citaat, aangehaald door Kessels, uit een onderzoek gericht op het achterhalen welke activiteiten een aantoonbaar effect hebben op het professionele gedrag van leraren en de leerlingprestaties uitgevoerd door het ICLON: 

“Misschien dat een centrale conclusie van al het onderzoek naar effectieve professionalisering is dat scholen alleen hun leraren tot leren moeten aanzetten als iedereen het belang ervan onderschrijft en de school ook als leeromgeving voor leraren wordt ingericht. Alleen dan is de kans groot dat het ook werkelijk bijdraagt aan het versterken van de kwaliteit van leraren en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs”
(Van Veen, et al., 2010, p. 36).

Met het toevoegen van het element leeromgeving van de school aan de probleemomschrijving raak ik volgens mij meer de kern waar ik als schoolleider naar opzoek ben, namelijk welke invloed kan ik uitoefenen op het leren van de leerkrachten, zodat de kwaliteit van het leren van de leerlingen wordt versterkt?


woensdag 20 september 2017

OZ1 Bijeenkomst 2 deel C


Wetenschappelijk schrijven & APA





Wetenschappelijk schrijven begint met logisch redeneren. 
Een redenering bevat altijd een argument en een conclusie of standpunt

–Bijv: ‘Het staat in een vakblad, dus dat artikel is betrouwbaar.’

–Wat is hierboven het standpunt? En wat het argument?


Een Theoretisch Kader is een betoog: je moet je eigen standpunt verdedigen met argumenten


Argumentatieschema



Parafraseren

Parafraseren is het op eigen wijze weergeven van de ideeën van anderen. Dit is alleen toegestaan bij correcte bronvermelding.

Tips:

1.Bedenk eerst wat de hoofdboodschap is van de oorspronkelijke tekst

2.Wat is hiervan relevant voor jouw tekst? Wat bevestigt b.v. jouw eigen idee?

3.Schrijf dit met een paar kernwoorden voor jezelf op, maak eventueel een mind-map

4.Focus op de kern en ga niet in detail

5.Schrijf je parafrasering zonder naar de oorspronkelijke tekst te kijken

6.Check daarna of je parafrasering qua centrale boodschap klopt met de oorspronkelijke tekst

Citeren

Citeren = Het letterlijk overnemen van tekst van andere auteur, bijvoorbeeld:

“Loopbaanleren is het ontwikkelen en inzetten van loopbaancompetenties” (Kuijpers, 2012, p. 13).
  • Tussen aanhalingstekens plaatsen 
  • Correcte bronvermelding gebruiken (incl paginanummer) 
  • Citaten gebruik je slechts sporadisch!
Wanneer spreken we van plagiaat?
  1. De oorspronkelijke tekst kopiëren zonder bronvermelding 
  2. De oorspronkelijke tekst kopiëren en een paar werkwoorden aanpassen en wat woorden vervangen door synoniemen 
  3. De oorspronkelijke tekst aanpassen door er één of twee zinnen uit te laten en/of de zinnen in een andere volgorde te plaatsen 
  4. Een alinea samenstellen door een paar standaardzinnen van verschillende bronnen te gebruiken en een paar eigen woorden toe te voegen. 
  5. Parafraseren van een stuk tekst door de oorspronkelijke tekst te herschrijven en substantiële aanpassingen te maken in de taal, de structuur en de gedetailleerdheid. 
  6. Letterlijk overnemen van een stuk tekst als citaat inclusief de bronvermelding.


Verbindend schrijven

  • Thematische alinea’s -> inhoudelijke alinea met kernzin (meestal 1e zin) & uitwerking 
  • Structurerende alinea’s ->aankondigende of inleidende functie: richting gevend voor lezer 
  • Verbindingswoorden -> leggen van verbanden in de tekst (bovendien, daarom, maar, ten eerste, indien, hoewel, in tegenstelling tot… etc …) 
  • Verwijswoorden ->verwijzen terug naar iets dat al eerder aan de orde is geweest (probeer te vermijden à wees expliciet)

Feedback & revisie

Revisie of feedback is noodzakelijke fase van schrijfproces:

  • Reviseren = kill your darlings 
  • Onduidelijkheden / onjuistheden uit de tekst, de structuur & uit de argumentatie halen 
  • Verbeteren van tekst 
  • Relatie met beoordelingskader

Tot slot: nog enkele schrijftips…

  • Zie schrijven als werk en niet als inspiratie 
  • Schrijf in sessies van minimaal een uur 
  • Creëer een optimale schrijfomgeving 
  • Je hoeft niet bij het begin te beginnen 
  • Werk een leeg scherm z.s.m. weg 
  • Noteer invallen/gedachten zonder censuur 
  • Kies een format, werk met opbouw / structuur; maak bv eerst een indeling met kopjes en steekwoorden 
  • Schrijven is reviseren, neem feedback serieus 
  • Vraag in vroeg stadium peerfeedback 
  • Maak impliciete relaties expliciet (duidelijke redenering)




Huiswerk Opdracht 1

  • Ga na wat het standpunt (‘boodschap’) van je TK is/zal worden
  • Zet je redeneerlijn om in een argumentatieschema om de logica ervan te analyseren
  • Leg je schema voor aan een klasgenoot en geef elkaar feedback

Huiswerk Opdracht 2

  • Beschrijf een inhoudelijke titel voor twee paragrafen 
  • Beschrijf de kernboodschap
  • Begin met een startzin die een aanzet geeft tot de kern
  • Orden je overige informatie (hoofdzaak, voorbeelden)
  • Schrap informatie die niet bij de focus past
  • TK onderbouwt je onderzoeksvraag












OZ1 Bijeenkomst 2 deel B

Literatuur zoeken, selecteren en lezen








Theoretisch kader



Inhoudelijke verdieping
                  
                                    Structureren van informatie

                                                                                Redeneerlijn opstellen 


Redeneerlijn moet voor de lezer te volgen zijn


Literatuur zoeken & gebruiken



Vaardigheden literatuur gebruik


Gebruik van Webtool

Stap 1: Wanneer kennisbenutting?

Stap 2: Hoe zoek en selecteer je kennis?

Stap 3: Hoe lees je literatuur?

Stap 4: Hoe gebruik je kennis?


Waar zoek je? Hoe zoek je handig? 18 tips zoeken met Google

Databanken onderwijs



OnderWijs met Kennis helpt leraren bij het zoeken, selecteren, beoordelen en toepassen van vakliteratuur in de eigen onderwijspraktijk. Met deze webtool kunnen leraren hun competenties hierin vergroten, daardoor meer onderbouwde onderwijskundige keuzes maken en hun onderzoekende houding versterken.

De NRO Kennisportal Onderwijs geeft je toegang tot 20 verzamelingen van Nederlandstalige, betrouwbare informatie voor de dagelijkse onderwijspraktijk.

Een artikel heeft voorkeur t.o.v. boek i.v.m. de peerreview die heeft plaats gevonden; in boeken kun je vaak nog eigen meningen van de auteur tegenkomen.

Toolbox informatievaardigheden




Opdracht: Lezen van literatuur


Maak 2-tallen, kies een artikel:

  • Stoll (2006) p. 224-227
  • Sleegers (2013) p. 119-121
Beantwoord de vragen:
  • Wat is de essentie van beide stukken tekst?
  • Welke verbanden zie je?
  • Welke tegenstellingen zie je?

Antwoorden:

  • Centraal staat PLG en hun capaciteiten

  • Stoll: start vanuit vragen. Stelt ook het individu centraal. Het interpersoonlijke. Stoll gebruikt 5 karakteristieken (persoonlijke en interpersoonlijke cap). Collective learning centraal centraal stellen. Organisatie cap wordt gezien als een voorwaarde.

Opdracht:

Zoek en selecteer relevante literatuur over PLG die aansluiten bij jouw probleemstelling (aanleiding, focus en doelstelling van je onderzoek) 


Antwoorden:



Mijn de probleemstelling van mijn onderzoek is het in kaart brengen van de leeropvattingen van mijn collega's. Leeropvattingen zijn een element van de leercultuur en versterken de interpersoonlijke capaciteit binnen een professionele leergemeenschap. Literatuur en theorieen zijn te vinden bij de onderstaande auteurs:
  1. Stoll
  2. Sleegers
  3. Hattie
  4. Verbiest
  5. Kessels
  6. Fullan 
  7.  Leithwood
  8.  Mitchell& Sackney
  9.  (Hord)
  10. John Dewey



dinsdag 19 september 2017

OZ1 Bijeenkomst 2 deel A


Waarom praktijkonderzoek?




Hieronder staan de aantekeningen/opmerkingen en gegeven antwoorden van bijeenkomst 2a van OZ1 

Waarom praktijkonderzoek?

  • Willen we dat schoolleiders onderzoekers worden?
  • Willen we dat leraren onderzoekers worden?
  • Onderzoek is toch heel moeilijk?
  • Onderzoek kost toch veel tijd?

Onderzoek is een middel voor onderwijsverbetering!

Waarom onderzoek?

Onderzoek in brede zin van het woord:
Gebruik van literatuur
Evalueren van een maatregel
Analyseren van toetsgegevens
Systematisch observeren van leerlingen








&




Onderzoekscultuur in school

Doel: duurzaam innoveren

  • Voortdurend werken aan verbetering van leerprocessen 
  • Vanuit vraagstukken die leraren zelf inbrengen (urgentie, eigenaarschap) 
  • Op basis van een gezamenlijke visie op goed onderwijs 
  • Goed doordacht, onderbouwd, planmatig 
  • Waarbij leraren van elkaar leren en zich ontwikkelen tot betere professionals

Rol van schoolleider

Cruciaal bij:
  • Organisatie: faciliteren, organiseren, agenderen 
  • Cultuur: stimuleren, waarderen, voorbeeldgedrag (Cultuuromslag duurt ongeveer 5 jaar)
  • Stimuleren van een onderzoekende houding van leraren 
  • Stimuleren van collectief leren op de werkvloer 

Onderzoek naar effectief gedrag van schoolleiders (Leithwood & Jantzi, 2006; Geijsel et al, 2009):
  • Visieontwikkeling 
  • Het geven van individuele steun aan leraren 
  • Het intellectueel stimuleren van leraren leidt tot motivatie van leraren, zelfverzekerdheid, formuleren van persoonlijke doelen

Hoe zit dat bij jullie?

  • Hebben de leraren een onderzoekende houding? 
  • In welke mate is er sprake van een onderzoekscultuur? 
  • Acht je dat wenselijk? 
  • Hoe zie je je eigen rol?
Welke onderzoekscompetenties zijn belangrijk voor schoolleiders?

Antwoord:

  •  
  •  
  •  
  •  

Onderzoekend vermogen

Andriessen (2014) 3 aspecten:
  1. onderzoekende houding 
  2. vermogen om kennis uit onderzoek van anderen toe te passen 
  3. vermogen om zelf onderzoek uit te voeren 
Schoolleider:
  • Eigen onderzoekend vermogen: voorbeeldfunctie, onderbouwd beleid 
  • Onderzoekend vermogen stimuleren bij leraren


1 Onderzoekende houding


Eigen onderzoekende houding:

Gebruik van data in de school
–toetsresultaten, leerlingstromen, absentiegegevens, klachten, inspectierapport, personeelsdossiers, etc. 
Zoeken naar verklaringen 
–Klassenbezoek, bevragen van leraren, leerlingen, ouders, leren van andere scholen 
Eigen gegevens verzamelen 
–Zoeken naar feiten bij ‘gemopper’ 
Reflecteren op eigen gedrag 
–Zoeken naar verbetermogelijkheden, vragen om feedback

Onderzoekende houding van het team stimuleren

  • Kritische vragen stellen 
  • Inhoudelijke dialoog stimuleren en organiseren 
  • Visie ‘concreet’ maken 
  • Leren van elkaar stimuleren


2 Literatuurgebruik


Eigen vaardigheden

  • Relevante literatuurbronnen vinden en selecteren 
  • Wetenschappelijke teksten kunnen begrijpen 
  • Kunnen analyseren en op waarde schatten van literatuur 
  • Informatie kunnen vertalen naar de eigen praktijk 
  • Informatie kunnen omzetten naar concrete verbeteracties 

Literatuurgebruik door leraren stimuleren

Organiseer inhoudelijke werkgroepen
–tijd voor verdieping
Stimuleer literatuurgebruik
–zekerheid of onderbuikgevoel?
Wijzen op toegankelijke bronnen
–NRO kennisportal, Didactief

3 Zelf onderzoek uitvoeren


Eigen vaardigheden

Verzamelen en interpreteren van gegevens ten behoeve van beleid
–Verzamelen van gegevens over probleem
–Analyse van bestaande gegevens
–Interpretatie van gegevens (zeggingskracht)
Evaluatie van beleid, interventies
–Tevredenheid
–Beoogde gedragsverandering


Eigen onderzoek door leraren stimuleren
•Keuze van onderzoeksthema
•Benutten van studenten
•Onderzoeksgroep(en) gekoppeld aan werkgroepen
•Organiseren van dialoog
•Eigen betrokkenheid schoolleider

Hoe zit dat bij jullie?

  • In hoeverre is er bij jullie sprake van data-gestuurd werken: gebruik van gegevens voor beleid? 
  • Zijn je keuzes gebaseerd op (harde) gegevens of op grond van onderbuikgevoelens?
  • Is er sprake van evaluatie van verbetermaatregelen?
  • Is er sprake van leren van andere scholen?

Antwoord:

  •  
  •  
  •